3.3.3.1.1 Wonderen

De geschiedenis probeert te begrijpen wat er is gebeurd. Daarom kan de geschiedenis bovennatuurlijke interventie door God in deze wereld niet uitsluiten. Beweren dat wonderen niet zouden kunnen gebeuren is daarom onhistorisch als deze wonderen op geloofwaardige wijze zijn waargenomen.

Wij behoren zelf tot een aanzienlijk aantal mensen die “leven door geloof”. Voor ons betekent dit dat we besloten hebben om God te vragen om alles wat we nodig hebben voor onszelf en onze bediening in Thailand, en nooit mensen, en dat we verwachten dat God ons alles zal geven wat we nodig hebben op het juiste moment. We doen dit nu al 13 jaar en we hebben in die tijd maar twee keer om hulp van anderen gevraagd. (Christine vraagt op internet om donaties voor de armen in India, Pakistan en Bangladesh en stuurt deze donaties door naar de ontvangers). Een zendingsechtpaar vertelde ons: “We leven nu 34 jaar in geloof. Het eerste jaar was moeilijk, maar sindsdien gaat het heel goed met ons.”

Omdat natuurkunde een wetenschap is die de werkelijkheid beschrijft, kan een wetenschapper zeggen dat wonderen niet overeenkomen met onze normale ervaringen, maar hij kan niet zeggen dat er geen wonderen bestaan. Ik, Reiner, heb de natuurkunde vrij intensief bestudeerd en heb er nooit problemen mee gehad om te geloven dat wonderen van God mogelijk zijn. Dit plaatst mij in het beste gezelschap van Isaac Newton, Michael Faraday en James Clerk Maxwell, die tot de grootste natuurkundigen aller tijden behoorden. De moderne wetenschap werd gesticht door overtuigde Christenen.

Een atheïsme dat de wonderen van God in de Bijbel niet wil accepteren moet oppassen of het niet in wensdenken leeft als het God en Zijn beweringen op afstand wil houden.