3.3.3.1.7 Een herwaardering van de brief aan de Efeziërs

Als we aannemen dat de Handelingen van de Apostelen een nauwkeurig verslag geven, betekent dit dat Paulus twee jaar en drie maanden lang zeer intensief in Efeze diende en daar een machtig werk van God ervoer. Daarna reisde hij opnieuw naar Griekenland en vandaar naar Jeruzalem zonder daar veel tijd door te brengen. Onderweg liet hij de oudsten van de gemeente in Efeze naar Miletus komen om afscheid van hen te nemen (Handelingen 20:16-38). Paulus ging ervan uit dat hij de kerk in Efeze tijdens zijn leven niet meer zou zien. Voor zijn aankomst in Jeruzalem schreef Paulus de brief aan de Romeinen. Daarna werd Paulus gevangen gezet in Jeruzalem. Daarna volgde 2 jaar gevangenschap in Caesarea, een reis naar Rome als gevangene en nog eens 2 jaar gevangenschap in Rome, maar onder milde omstandigheden. Tijdens zijn gevangenschap schreef Paulus waarschijnlijk de brief aan de Efeziërs.

De brief aan de Efeziërs werd slechts enkele jaren na de brief aan de Romeinen geschreven. Deze korte tijdspanne maakt het onwaarschijnlijk dat er een grote theologische ontwikkeling heeft plaatsgevonden tussen de twee brieven. Maar hoe kunnen de verschillen tussen de brief aan de Romeinen en de brief aan de Efeziërs dan verklaard worden? De brief aan de Romeinen is geschreven aan een kerk die toen al lang bestond en waarschijnlijk heel volwassen en stabiel was. Joodse christenen speelden er een belangrijke rol. Volgens de overlevering was de apostel Petrus er een tijdlang bisschop. Kennis van centrale uitspraken van het Oude Testament was daar vanzelfsprekend. Paulus schreef de brief aan de Romeinen aan deze gemeente om zich aan hen voor te stellen en hen vertrouwd te maken met enkele centrale aspecten van zijn prediking. In het christelijke Westen, dat al meer dan een millennium gekenmerkt werd door christelijke prediking, waarin de almacht van God en de kennis van Gods oordeel vanzelfsprekend waren, kon God de brief aan de Romeinen gebruiken om blijvende verandering teweeg te brengen bij mensen als Maarten Luther en John Wesley, die op hun beurt een grote geestelijke beweging op gang konden brengen.


De brief aan de Efeziërs daarentegen is geschreven aan christenen die uit de wereld van geesten en demonen kwamen die bij de oude religie hoorden en vervolgens onder Paulus’ bediening uitgroeiden tot een sterke christelijke kerk. De brief aan de Efeziërs was een nalatenschap van Paulus aan deze gemeente, die hij nooit meer zou zien, waarin hij deze gemeente later nog eens alles schrijft wat ze nodig hebben om als individuele christenen en als hele gemeente verder te komen in het leven met Jezus Christus. Dit betekent dat niet de brief aan de Romeinen, maar de brief aan de Efeziërs beschouwd moet worden als de centrale lesbrief van Paulus.

Bovendien zijn niet alleen onder de niet-Joden, maar helaas ook in het voormalige christelijke Westen de Joodse en christelijke wortels nauwelijks nog levend en in plaats daarvan is er een sterke occulte en demonische invloed waar te nemen. Dit betekent dat we vandaag de dag op het zendingsveld en in Europa en de VS veel dichter bij de niet-Joods-christelijke ontvangers van de brief aan de Efeziërs staan dan bij de Joods-christelijke ontvangers van de brief aan de Romeinen.